“Laten we het zo zeggen,” zegt Elsemiek Croese van Microbial Analysis, ”een van de belangrijkste ingrediënten van het leven is water. In dat licht is het geen verrassing dat geothermische projecten gevoelig zijn voor de ontwikkeling van problemen zoals biologische verstopping of microbiële geïnduceerde corrosie (MIC) als het gaat om bacteriegroei. Misschien nog wel gevoeliger dan bij olie en gas.”
Dat wil niet zeggen dat het probleem niet bestaat in olie en gas. Vooral bij projecten waar steeds meer water wordt mee geproduceerd of waar water wordt geïnjecteerd, kunnen dezelfde problemen met biofilms of MIC optreden. “We hebben olie- en gasprojecten gezien waar geen bacteriële problemen bestonden, maar wanneer de waterinjectie begint of het percentage mee geproduceerd water toeneemt, ontstaan de eerste problemen”, legt Elsemiek uit.
Elsemiek Croese, senior projectmanager bij Microbial Analysis in Groningen, Nederland, is een microbioloog met een passie voor alles wat te maken heeft met bacterieel leven en hoe ze functioneren onder zware omstandigheden. In haar dagelijkse werk is ze betrokken bij veel geothermische, maar ook olie- en gasprojecten die te maken hebben met bacteriële activiteit. Op basis van haar elf jaar ervaring bij het bedrijf heeft ze nog meer interessante inzichten om te delen, bijvoorbeeld over de aanwezigheid van bacterieel leven in de ondergrond.
“Het is erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om te claimen dat een geothermisch systeem vrij is van bacterieel leven,” zegt Elsemiek, “tenzij je werkt bij temperaturen boven 121° C, waarboven heel weinig overleeft. Maar als je kijkt naar de geothermische projecten met een lage enthalpie die kenmerkend zijn voor West-Europa, met temperaturen die vaak onder de 100 °C liggen, hebben we ontdekt dat bacteriën of hun sporen nog steeds aanwezig zijn in het geproduceerde water. Het is waar dat de optimale temperatuur voor de meeste bacteriën tussen de 20 en 37 °C ligt, maar bepaalde soorten tolereren een hoger temperaturenbereik en we zien ook dat er aanpassing is wanneer ze aan hogere temperaturen worden blootgesteld.”
Niet gerelateerd aan geothermie, heeft Elsemiek directe ervaring met een ander voorbeeld van het toevoegen van water in een fossiele brandstofomgeving. “Diesel moet tegenwoordig een percentage biodiesel bevatten”, legt ze uit. “Deze biodiesel bevat meer water, wat weer leidt tot meer door bacteriën veroorzaakte corrosie in opslagtanks.” Het is een duidelijk voorbeeld van hoe de energietransitie op onverwachte manieren uitdagingen met zich meebrengt. Niemand wil lekkende dieseltanks, maar dit is een groter risico geworden door de toevoeging van een duurzamer product.
En de uitdaging met geothermische systemen is dat de temperatuur van de geproduceerde vloeistof daalt naarmate deze zich een weg baant door het netwerk. Dat betekent dat bacteriën de kans krijgen om te groeien of zich te vestigen in de temperatuurzone waar ze het best gedijen. “Dat is een uitdaging waar geothermische ontwikkelaars zich bewust van moeten zijn,” zegt Elsemiek. Vooral wanneer een project een tijdje stilstaat, ontstaan er nog betere omstandigheden voor de groei van biofilms. “Gelukkig,” voegt Elsemiek eraan toe, ”zijn er meer oplossingen om microbiële problemen te voorkomen dan het doden van alle microben die in het systeem aanwezig zijn.”
Als het gaat om lessen uit de olie- en gasindustrie en de toepassing daarvan op geothermie, ziet Elsemiek dat er nog steeds barrières zijn. “Ik heb een aantal voorbeelden gezien waarbij geothermische projecten er zeker baat bij hadden gehad als ze bij het ontwerp van hun infrastructuur rekening hadden gehouden met de olie- en gasrichtlijnen. Ik denk dat er in dat opzicht meer ruimte is voor kruisbestuiving,” concludeert ze.
Lees hier het artikel van Henk Kombrink, gepubliceerd op 7 mei 2025 in het tijdschrift GEO EXPRO.
Elsemiek Croese,
croese@microbialanalysis.com